De vergelijking met de gebroken ruit maakt duidelijk wat de verborgen kosten zijn wanneer er inbreuk gemaakt wordt op andermans eigendom.
Frédéric Bastiat maakte de vergelijking in 1850 in zijn essay Ce qu'on voit et ce qu'on ne voit pas (Dat wat zichtbaar is, en dat wat niet zichtbaar is).
In het kort
Wanneer een jongetje uit kattekwaad een ruit van de bakker kapot gooit, zal de bakker een nieuwe ruit moeten aanschaffen. Op het eerste gezicht lijkt deze aanschaf rendabel voor de economie, maar hierbij wordt vergeten dat de bakker nu minder geld heeft om zijn normale uitgaven te doen. Daardoor missen bijvoorbeeld de slager of schoenmaker ook weer inkomsten. De economie gaat er dus helemaal niet op vooruit.
Stel nu dat het jongetje betaald werd door de glazenmaker om ruiten in te gooien. Dan gaat het glazenmakersbedrijf groeien onder door een "valse" vraag naar hun producten ten koste van andere bedrijven. Deze "valse" vraag blijft natuurlijk alleen totdat het jongetje opgepakt wordt en zal dan ook nooit lang stand houden. De economie gaat er in principe dus zelfs op achteruit, omdat het geld dus naar "verkeerde" doeleinden ging.
Het is dus slim om altijd te kijken naar de verdere gevolgen van een bemoeienis in de economie.
Regeltjesgroei
Een interventie veroorzaakt dus altijd andere (onbedoelde) problemen. Tenzij de eerste interventie opgeheven wordt, zal een nieuwe bemoeienis nodig zijn om het eerste probleem op te lossen. Deze cyclus zal volgens Ludwig von Mises doorgaan totdat de staat bijna de gehele economie controleert.
Video (Engelstalig)